Als ik oud en krom zal zijn.
Vol rimpels in de zetel zit.
Krakend probeer recht te staan
en mijn sloffen niet meer vind.
Als ik bevend met mijn koffie mors.
Mijn soep niet slikken kan.
Mijn kleren scheef aantrek.
en mijn lijf stinkt naar de pis.
Als ik schuifelend naar de keuken ga
en vergeten ben wat ik moest doen.
Verloren loop in huis.
en alleen ’t verleden nog ken.
Zal je mij in je armen nemen?
Mij de weg wijzen naar morgen?
Zal je mij bij de hand nemen
en voor mij blijven zorgen?
Zal je altijd van mij houden,
mijn liefste?
Ook al doet ouder worden zo’n pijn?