Voor het eerst zie ik je weer.
Op vier wielen.
Zij duwt je voort
en jij zit daar jong te wezen.
Of je doet alsof.
Bibberende benen
en je speelt luchtgitaar
met je rechterhand.
Je schaamt je soms,
want de akkoorden
kloppen niet.
Je woorden en je mond
praten alles weg.
Je ogen spreken de taal
van een diep verdriet.
De pijn, zeg je, gaat niet weg.
De angst, zeg je, is er altijd.
De twijfel, zeg je, vreet aan mij.
De toekomst?
Ik leef in het nu.
Er is nog zoveel
om nu van te genieten,
zeg je.
Nu, vandaag…