Ik borg mijn zorgen op
in de stalen kooi
tussen de broze bomen
met breekbare takken
die mij amper steunden.
Daarom sta ik nu
– met reikende handen
en midden in het licht –
langs de weg naar
zorgeloosheid.
Als al mijn wensen
in vervulling gaan
wordt die baan
een eindeloze laan.
Tot ver voorbij het einde.