Hij houdt zijn denken niet in bedwang
en laat zijn fantasie de vrije loop.
Hij ziet iedereen zoals alleen hij hen ziet.
Anderen zien de anderen anders.
Als een blinde zonderling raast hij
zwalpend heen en weer
met zijn verdoken gedachten.
Ook al geeft hij veel te veel niets,
toch doet hij niemand pijn,
want in andere mensen
ziet hij van zichzelf altijd iets.