Verkleed als een ouderwetse nar
loopt hij mee in de stoet
op zoek naar een nieuwe snoet.
Hij is weer een jaartje ouder,
maar ook een beetje bouder.
Hij wordt stilaan een oude knar.
De vrouw van de slager
juicht ‘em luidruchtig toe.
Zij is zijn chouchou.
Deze lieve Chantal
is de knapste van ‘t heelal.
Voor haar stapt hij trager.
De vrouw van de bakker
staat tien meter verder.
Hij is haar zachte herder.
Met klamme handjes kijkt Odette
naar haar stoere vedette.
Voor haar blijft hij wakker.
Op elke hoek staat er eentje.
Als ze hem zien komen
beginnen ze te dromen
van al die wilde nachten
waar ze telkens naar smachten.
Hij is ‘n echt fenomeentje.