Ik heb een eik geplant
in een bos vol dennen.
Vechtend
tussen al die naalden
zal hij groeien en,
wie weet, ook bloeien.
Misschien eens,
over honderdvijftig jaar,
staat hij stoer en sterk,
maar liefdevol,
te pronken met zijn stam.
De keizer
van het dennenbos.