De zee, de eeuwige zee,
altijd af en aan
op het koude strand
met hoge witte wolken
opgejaagd door de wind,
de koude wind,
op het vlakke strand.
Zij is zoals ik ben
met mijn ups en downs
op de woelige baren
van vreugde en verdriet
opgejaagd door de tijd,
de onverbiddelijke tijd,
altijd vooruit, nooit terug.