Ik adem, dus ik besta.
Deels wel, deels niet.
Mijn denken is weg.
Mijn voelen slaapt stil.
Mijn zien is gezien.
Horen doen mijn oren.
’t Zwijgen is voor mijn mond.
Vergeet mij niet. Denk aan mij.
Maak jouw voelen wakker.
Kijk naar mij, kijk mij aan.
Blijf bij mij. Niet weggaan.
Hoor het ritme in de kamer.
Luister naar m’n adem.
Ik ben er nog.